Een veel gehoorde term: Co-Ouderschap maar wat is co-ouderschap eigenlijk?
Co-ouderschap betekent dat ouders die niet meer bij elkaar zijn, wel samen voor de kinderen zorgen.
In de praktijk is co-ouderschap een ouderschaps-regeling waarbij ouders de kosten en zorg- en opvoedingstaken gelijk verdelen.
Dit houdt in dat de kinderen ongeveer even vaak bij de moeder als bij de vader zijn.
- Wanneer ben je co-ouder?
- Past co-ouderschap bij ons?
- Voordelen co-ouderschap
- Nadelen co-ouderschap
- Co-ouderschap en alimentatie
- Recente uitspraak Hoge Raad
Wanneer ben je co-ouder?
Je bent co-ouder als je met uw ex-partner hebt afgesproken om de dagelijkse opvang en opvoeding van je kind volgens een vast patroon ongeveer gelijk te verdelen. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld:
- De kinderen wonen 3 hele dagen per week bij vader en 3 hele dagen per week bij moeder. Je hoeft de dagen van een week niet vanaf maandag te tellen.
- De kinderen wonen om en om 1 week bij vader en 1 week bij moeder.
- De kinderen wonen in de oneven weken 4 hele dagen vader en 2 hele dagen bij moeder En in de even weken wonen de kinderen 2 hele dagen bijvader en 4 hele dagen bij moeder.
Past co-ouderschap bij ons?
De belangrijkste voorwaarde om co-ouderschap tot een succes te maken is dat jullie een goede communicatie moeten hebben en dat overleg mogelijk is.
Hierbij moeten jullie beiden de juiste instelling hebben en bereid zijn om elkaar nog regelmatig te zien en te spreken. Daarnaast is de mening van de kinderen belangrijk. Zij zijn degene die “heen en weer” moeten.
Sommige kinderen kunnen er niet tegen dat ze geen vaste plek hebben, andere kinderen vinden dit geen probleem. Het is van belang dat de kinderen er geen ernstige negatieve gevolgen van ondervinden. Houd er rekening mee dat naarmate de kinderen ouder worden, zij steeds meer zelf zullen gaan bepalen bij wie ze willen zijn en wanneer.
Co-ouderschap kan op verschillende manieren toegepast worden. Het is aan jullie om de best passende vorm te kiezen. Co-ouderschap kent zowel voor- als nadelen. Bespreek deze en weeg samen af of Co-ouderschap bij jullie past.
Wat zijn de voordelen van co-ouderschap?
De kinderen hoeven niet te kiezen tussen de ouders; er is dus geen sprake van een loyaliteitsconflict. Dit maakt het voor de kinderen heel prettig.
Door de gelijke verdeling van de zorg en opvoeding vervreemden de kinderen niet van één ouder.
Er is een gelijke belasting van de kosten, zorg- en opvoedingstaken, waardoor er niet een ‘zorg-ouder’ en ‘weekend-ouder’ ontstaat.
Vader en moeder kunnen allebei veel tijd doorbrengen met de kinderen en zijn ook betrokken bij de doordeweekse activiteiten zoals school, sporten, vriendjes etc.
Wat zijn de nadelen van co-ouderschap?
Co-ouderschap is zeker niet in iedere situatie een geschikte manier om met de kinderen om te gaan. De nadelen van co-ouderschap zijn:
- Er zal veel contact moeten zijn tussen vader en moeder.
- Co-ouderschap kan soms moeilijk te combineren zijn met het werk.
- De kosten zijn hoger, omdat veel zaken dubbel aangeschaft moeten worden. Denk hierbij aan kleding e.d. bij de andere ouder.
- Er moet telkens ‘verhuisd’ worden, dit kan voor sommige kinderen erg vervelend zijn.
- Beide ouders zullen bij elkaar in de buurt moeten blijven wonen, omdat school vanuit beide woningen goed bereikbaar moet blijven.
Co-ouderschap en alimentatie
Bij co-ouderschap hebben beide ouders gelijke kosten voor de kinderen denk hierbij aan wonen, energie en eten. Voor de overige kosten kunnen jullie een kinderrekening openen waar dan naar rato van inkomen een bedrag op wordt gestort voor alle overige uitgaven denk hierbij aan schoolkosten, sport, kleding e.d. Jullie krijgen beide toegang tot de rekening en kunnen afspreken tot welk bedrag er mag worden opgenomen zonder overleg.
Recente uitspraak van de Hoge Raad:
Op 30 september 2022 werden de volgende twee praktijkrelevante vragen door de Hoge Raad beantwoord:
- Dient de eis dat het kind doorgaans drie dagen tot het huishouden verblijft te worden beoordeeld voor het gehele jaar of voor een periode van minimaal zes maanden (conform de in art. 8.14a lid 1 sub b Wet IB 2001 gestelde eis)?
- Indien de toets dient plaats te vinden op basis van een periode van minimaal zes maanden, dient deze periode dan aaneengesloten te zijn?
De Hoge Raad oordeelde dat het voldoende is als het ‘doorgaans verblijf’ van een kind in beide huishoudens ten minste de helft van het jaar plaatsvindt, waarbij het niet om een aaneengesloten periode hoeft te gaan.
Omdat de casus die ten grondslag lag aan deze uitspraak zich afspeelde in 2016 was het na de uitspraak onduidelijk of deze uitspraak gevolgen had voor de sinds 2021 in art. 44b Uitvoeringsregeling Wet IB 2001 opgenomen 156 dagen-eis. Een kind behoort volgens genoemd artikel tegelijkertijd tot beide huishoudens als het kind in een binnen het kalenderjaar doorgaans repeterend ritme ten minste 156 dagen van het kalenderjaar in elk van beide huishoudens verblijft. Dit komt neer op gemiddeld drie dagen per week.
Doordat het co-ouderschap op basis van de uitspraak van de Hoge Raad ‘slechts’ hoeft te worden getoetst gedurende de helft van een kalenderjaar, zou de conclusie kunnen worden getrokken dat de 156 dagen-eis dient te worden vervangen door een 78 dagen-eis. Dit komt neer op gemiddeld drie dagen per week gedurende een half jaar.
Heb je vragen of wil je meer informatie?